Salomé Atabong (16, ik-persoon) zit een maand vast in een jeugddetentiecentrum omdat ze twee klasgenoten heeft mishandeld, nadat ze haar discrimineerden en kleineerden. Ze denkt na over wat er mis is gegaan, wie er nou eigenlijk schuldig is en waaraan. Ook maakt ze zich zorgen over haar familie. Vanaf ca. 15 jaar.
Salomé Atabong (16, ik-persoon) zit een maand vast in een jeugddetentiecentrum omdat ze twee klasgenoten heeft mishandeld, nadat ze haar discrimineerden en kleineerden. Ze denkt na over wat er mis is gegaan, wie er nou eigenlijk schuldig is en waaraan. Ook maakt ze zich zorgen over haar familie. Vanaf ca. 15 jaar.
Geïnspireerd door een essay van de Franse schrijfster Cécile Wajsbrot vroeg Matthijs de Ridder zich af wat de oerscène van de Nederlandse en Vlaamse literatuur zou kunnen zijn. Of zou moeten zijn. En als die oerscène niet gevonden kan worden, is er dan wellicht een oerscène voor deze opmerkelijke leegte in onze collectieve cultuurbeleving? Hij zadelde meteen nog tien schrijvers en onderzoekers op
Geïnspireerd door een essay van de Franse schrijfster Cécile Wajsbrot vroeg Matthijs de Ridder zich af wat de oerscène van de Nederlandse en Vlaamse literatuur zou kunnen zijn. Of zou moeten zijn. En als die oerscène niet gevonden kan worden, is er dan wellicht een oerscène voor deze opmerkelijke leegte in onze collectieve cultuurbeleving? Hij zadelde meteen nog tien schrijvers en onderzoekers op met deze kwestie. Het resultaat is het dossier ‘Oerscènes’.
Geïnspireerd door een essay van de Franse schrijfster Cécile Wajsbrot vroeg Matthijs de Ridder zich af wat de oerscène van de Nederlandse en Vlaamse literatuur zou kunnen zijn. Of zou moeten zijn. En als die oerscène niet gevonden kan worden, is er dan wellicht een oerscène voor deze opmerkelijke leegte in onze collectieve cultuurbeleving? Hij zadelde meteen nog tien schrijvers en onderzoekers op
Geïnspireerd door een essay van de Franse schrijfster Cécile Wajsbrot vroeg Matthijs de Ridder zich af wat de oerscène van de Nederlandse en Vlaamse literatuur zou kunnen zijn. Of zou moeten zijn. En als die oerscène niet gevonden kan worden, is er dan wellicht een oerscène voor deze opmerkelijke leegte in onze collectieve cultuurbeleving? Hij zadelde meteen nog tien schrijvers en onderzoekers op met deze kwestie. Het resultaat is het dossier ‘Oerscènes’.
Dit nummer bevat bijdragen in diverse genres die (een) mentale ziekte aanpakken in relatie tot de sociaaleconomische en culturele context en deze opnieuw tot een politiek conflict maken.
Dit nummer bevat bijdragen in diverse genres die (een) mentale ziekte aanpakken in relatie tot de sociaaleconomische en culturele context en deze opnieuw tot een politiek conflict maken.