Vierkant hardkartonnen prentenboekje met twee afgeronde hoeken. Een circusdirecteur rijdt in zijn locomotief. Hij heeft één papegaai in een kooi bij zich. Daarachter volgen de wagons met andere circusdieren. Elke dubbele pagina laat een wagon zien met achtereenvolgens twee olifanten, drie slangen, vier zebra’s, enz. Boven aan de linkerpagina staat steeds een vraag, die begint met ‘Hoeveel...’. Het cijfer staat groot gedrukt in kleur op de zijkant van de betreffende wagon. Het tellen begint aan de binnenkant van het omslag en eindigt op de achterflap van het boekje, waarop wagon nummer tien staat afgebeeld. Alleen de zeven zeeleeuwtjes vertonen kunstjes. Alle overige dieren zijn niet actief, waardoor het onderwerp ‘circus’ maar beperkt aan de orde komt. De afbeeldingen zijn geschilderd in harde, heldere kleuren op een witte achtergrond. De eenregelige tekst per dubbele pagina is geheel gedrukt in hoofdletters, waarbij de naam van het te tellen dier steeds groter en vet gedrukt is. Een grappig boekje, waarmee peuters leren tellen van een tot en met tien. Tegelijkertijd verscheen in dezelfde opzet 'Circuskunstjes'*. Vanaf ca. 2,5 jaar. Verberg tekst

De circustrein vertrekt, met aan boord één papegaai, twee olifanten, drie slangen, vier zebra’s, en zo verder tot tien hondjes. Een pretentieloos telboek dus. Met zeer matige illustraties, en basic tekst: op elke pagina een simpele vraag à la “Hoeveel slangen rijden met de circustrein mee?” Niets nieuws onder de telboekjes.