Sinds vijftien jaar geleden zijn opstand tegen koning Duncan neergeslagen werd, heerst Morgarath over de desolate bergen van Nacht en Ontij. Stilaan begint de angst die de mensen van Araluen ooit voor hem koesterden te vervagen en de Zwarte Heer acht de tijd rijp voor een nieuwe machtsgreep. Hij broedt dan ook op een plan om de mannen die hem vijftien jaar geleden dwarsboomden een voor een uit te schakelen en zo het land in angst onder te dompelen. Ondertussen nadert voor de weeskinderen van het leengoed Redmont de zogenaamde uitverkiezingsdag, waarop de zachtaardige baron Arald ernaar streeft hen een opleiding aan te bieden in de school die het best aansluit bij hun karakter, om hen zo een kans te geven vooruit te raken in het leven. Alle kasteelpupillen hebben een goed idee van de functie waarin ze willen terechtkomen, op één jongen na. Will beseft dat zijn grote droom om tot de krijgsschool toegelaten te worden niet echt haalbaar is gezien zijn tengere gestalte en hij heeft het gev…
Lees verder
Sinds vijftien jaar geleden zijn opstand tegen koning Duncan neergeslagen werd, heerst Morgarath over de desolate bergen van Nacht en Ontij. Stilaan begint de angst die de mensen van Araluen ooit voor hem koesterden te vervagen en de Zwarte Heer acht de tijd rijp voor een nieuwe machtsgreep. Hij broedt dan ook op een plan om de mannen die hem vijftien jaar geleden dwarsboomden een voor een uit te schakelen en zo het land in angst onder te dompelen. Ondertussen nadert voor de weeskinderen van het leengoed Redmont de zogenaamde uitverkiezingsdag, waarop de zachtaardige baron Arald ernaar streeft hen een opleiding aan te bieden in de school die het best aansluit bij hun karakter, om hen zo een kans te geven vooruit te raken in het leven. Alle kasteelpupillen hebben een goed idee van de functie waarin ze willen terechtkomen, op één jongen na. Will beseft dat zijn grote droom om tot de krijgsschool toegelaten te worden niet echt haalbaar is gezien zijn tengere gestalte en hij heeft het gevoel dat hij op die manier zijn vader teleurstelt. Hij weet weliswaar niet wie zijn ouders waren, maar in zijn fantasie treedt zijn vader steeds op als heldhaftige ridder.
'Jij weet tenminste wie en wat je bent', verzucht Will tegen een uil die neerstrijkt in de boom waarin de jongen zich de avond voor de uitverkiezingsdag verstopt. Dit zijn meteen ook de vragen waarop Will een antwoord krijgt in de loop van deze roman. De eerste puzzelstukjes vallen op hun plaats wanneer Grijze Jager Halt hem aanwijst als leerling. Hoewel Halt Will redt van een leven als boer, is hij toch niet razend enthousiast. In de wandelgangen heerst immers het gerucht dat de Grijze Jagers zich bezighouden met zwarte magie. Geleidelijk aan ontdekt Will de waarheid achter deze mysterieuze figuren en werkt de rest van het verhaal naar het moment waarop Will beseft wie hij is en waar hij vandaan komt. Uiteindelijk heeft hij daar dan ook vrede mee. De boodschap ligt er aan het einde wel iets te dik op.
Naast het karakter van Will wordt ook dat van zijn rivaal Arnaut uitgewerkt. Waarden als eer, trouw en moed worden hoog in het vaandel gedragen in de knap opgebouwde, fictieve, middeleeuwse wereld waartegen het verhaal zich afspeelt. Hoewel Will en Arnaut aanvankelijk vaak als kemphanen tegenover elkaar staan, wordt gaandeweg duidelijk dat ze beiden voldoen aan het ridderideaal, waarna zich een hechte vriendschap vormt. Op dat moment vervagen de subtiele nuances tussen Will en Arnaut en wordt de karakteruitwerking wel heel eendimensionaal, waardoor het verhaal volledig vervalt in een strijd van goede krijgers tegen een louter kwaadaardige Zwarte Heer.
Kortom, De ruïnes van Gorlan is sfeervol en onderhoudend, maar is niet origineel genoeg om zich echt te onderscheiden. [Ilse Moens]
Verberg tekst