Het verhaal 'Bevrijdingsdag' waarmee de gelijknamige nieuwe bundel van George Saunders opent, laat zich nogal lastig samenvatten: als wel vaker in zijn proza creëert de West-Texaanse literaire grootheid er een volledig nieuwe wereld in, die weliswaar het nodige gemeen heeft met degene waar wijzelf in leven, maar die tezelfdertijd zeker in aanvang de verwarde lezer met een massa vragen opzadelt. Wat voor iemand - wat voor wezen - is degene, bijvoorbeeld, die ons te woord staat en net als zijn twee kompanen 'Opgeprikt' hangt op 'de Spreekwand' van het gezin Untermeyer? Waarin bestaat juist 'de specifieke verrukking van Spreken' waarvan hij gewag maakt? En wat is het verschil tussen 'Spreken' en, met kleine letter, 'praten'?
Pas wanneer de lezer al enkele pagina's lang met de tekst aan de slag is, en daarbij naarstig zijn verbeeldingskrachten in de strijd gegooid heeft, is hij eindelijk in staat een aantal antwoorden op bovenstaande kwesties voor zichzelf te formulere…Lees verder
Het verhaal 'Bevrijdingsdag' waarmee de gelijknamige nieuwe bundel van George Saunders opent, laat zich nogal lastig samenvatten: als wel vaker in zijn proza creëert de West-Texaanse literaire grootheid er een volledig nieuwe wereld in, die weliswaar het nodige gemeen heeft met degene waar wijzelf in leven, maar die tezelfdertijd zeker in aanvang de verwarde lezer met een massa vragen opzadelt. Wat voor iemand - wat voor wezen - is degene, bijvoorbeeld, die ons te woord staat en net als zijn twee kompanen 'Opgeprikt' hangt op 'de Spreekwand' van het gezin Untermeyer? Waarin bestaat juist 'de specifieke verrukking van Spreken' waarvan hij gewag maakt? En wat is het verschil tussen 'Spreken' en, met kleine letter, 'praten'?
Pas wanneer de lezer al enkele pagina's lang met de tekst aan de slag is, en daarbij naarstig zijn verbeeldingskrachten in de strijd gegooid heeft, is hij eindelijk in staat een aantal antwoorden op bovenstaande kwesties voor zichzelf te formuleren. De drie 'Opgeprikte Sprekers' blijken een soort van menselijke taalrobotten te zijn die, beroofd van hun geschiedenis, mobiliteit en ook persoonlijkheid, een voornamelijk entertainende functie bekleden en geacht worden de Untermeyers en hun vrienden met hun voordrachten à volonté te epateren. 's Nachts echter, nadat zij in het geniep de Spreekkamer in is geslopen, pleegt de vrouw des huizes net dat beetje meer te willen ervaren dan louter cerebraal plezier, waarbij de ik-figuur haar trouwens zeer graag op haar wenken bedient: 'Dan, onder een waterval, of eigenlijk opzij ervan, bedrijven wij de liefde, en ik beschrijf het goed, en ofschoon ik Opgeprikt ben en mijzelf niet kan aanraken, is mevrouw U. niet Opgeprikt en kan zichzelf wel aanraken, hetgeen zij ook doet.'
Op die manier begint het de lezer stilaan te dagen waar het verhaal wezenlijk over gaat. Over de macht van de taal, namelijk, uit welke taal de wereld en alles wat daarop aan te treffen, te beleven en te voelen valt telkens opnieuw geboren wordt. Al 'Sprekend' wenden wij de taal aan om werelden te scheppen en realiteiten te creëren waarin wij, altijd nog het woord voerend, ook onszelf zien ontstaan. Dat Saunders met 'Spreken' ook 'schrijven' bedoelt, moge daarbij duidelijk zijn.
Zo bekeken is 'Bevrijdingsdag' een droom van een - programmatisch - openingsverhaal, en dat het op de koop toe als 'compleet crazy', 'hoogst spitsvondig' en dus ook 'typisch Saunders' kan worden omschreven, lijkt op het eerste gezicht alleen maar bij te dragen tot de vreugde. Toch viel mij de bundel een tikkeltje tegen.
Uitsloverig
Dat de ontmenselijkte 'Opgeprikten' in 'Bevrijdingsdag' wel heel rechtstreeks doen denken aan de vier Aziatische meisjes die in 'De Semplicadagboeken' uit Tien december als tuinversiering dienst deden, is uiteraard tot daaraan toe. Problematischer is dat Bevrijdingsdag in zijn totaliteit enerzijds ruimschoots blijk geeft van het moeilijk te betwisten meesterschap van Saunders, maar anderzijds toch ook niet kan verhinderen dat de veelgeprezen originaliteit van de schrijver hier en daar een wat belegen indruk dreigt te maken. Alsof de 64-jarige Saunders moet opboksen tegen de verwachtingen die hij zelf in de loop van zijn grootse carrière gewekt heeft en zich bijgevolg verplicht ziet zó origineel uit de hoek te komen dat het van de weeromstuit iets uitsloverigs krijgt. Ook 'knotsgek' of 'onnavolgbaar' te noemen verhalen als 'Lijkeneter' en 'Elliott Spencer' brachten althans mij er pijnlijk genoeg toe soms dingen te denken als 'andermans ongebreidelde fantasie kan af en toe waarlijk een klein beetje saai zijn …'
Dat Bevrijdingsdag nogal onevenwichtig moet worden genoemd, is in dit geval dan ook puik nieuws, want de bundel heeft gelukkig ook veel moois en zelfs ronduit schitterends te bieden. 'Moederdag', waarin een weduwe en de voormalige minnares van haar gestorven man elkaar toevallig passeren, is een magnifiek en onvergetelijk voorbeeld van hoe de wereld onophoudelijk vergaat achter zowat elke hoek van de straat. En in het tweede verhaal van de bundel, 'De doortastende moeder', dat thematisch naadloos op 'Bevrijdingsdag' aansluit, bewijst Saunders dat de glorieuze heerschappij van het woord over de wereld, en van de taal over onze levens, wel degelijk minstens even sterk en overtuigend tot uiting kan komen in een kleine, realistische vertelcontext dan in een van de pot gerukte Dystopie waarin het wemelt van de Hoofdletters.
Vertaald door Erik Bindervoet, De Geus, 272 blz., 23,99 €. Oorspr. titel: 'Liberation day'.
Verberg tekst