Rutherfurd (1948) is de auteur van vuistdikke romans over de geschiedenis van een grote stad of een land. Hij maakt daarbij gebruik van zowel fictieve als historische personages en gebeurtenissen. Na ‘Russka: de roman over Rusland’ (1993) en ‘London: roman van een stad’ (1998) vertelt hij in ‘New York’ het epos van de Verenigde Staten met New York als dynamisch middelpunt. In een aantal verweven familiegeschiedenissen (de Masters uit Engeland, de Van Dijcks uit Holland, de Caruso’s uit Italië enz.) komen de belangrijkste historische gebeurtenissen voor het voetlicht, vanaf 1664 toen Hollandse kolonisten de indianen verdreven van Manhattan tot de aanslagen op de Twin Towers. Rutherfurd is in staat om geschiedenis echt tot leven te wekken. Een van zijn methoden om dit te bereiken is de interactie van de fictieve personages met bestaande historische figuren, zoals Benjamin Franklin, Abraham Lincoln e.a. Door de vlotte stijl en de vele historische details (gevolg van een grondige research) wordt ‘New York’ een stad waar je als lezer helemaal in opgaat. Normale druk.