De aanslagen in Brussel en Parijs hebben geleid tot angst onder Europese Joden. Intussen benaderen de spanningen in het Midden-Oosten opnieuw het kookpunt. De Israëlische schrijver David Grossman reageert met begrip en tolerantie. Gaat humor ons redden?
Maria Vlaar
Toen ik David Grossman in september 2012 interviewde over zijn boekUit de tijd vallen was de Arabische Lente nog actueel. In Egypte waren de Moslimbroeders aan de macht; Grossman was bang dat Israël een aanval op Iran zou ondernemen en over de oplossing van het conflict tussen Israël en Palestina was hij pessimistischer dan ooit. 'Niemand spreekt meer over vrede. Als je het woord alleen al gebruikt, word je als een gek gezien, als ultralinks. Vrede lijkt een sprookjeswoord', zei hij. Tweeëneenhalf jaar later lijkt er nog meer reden voor pessimisme.
'De staat Israël is uw thuis', riep Israëls premier Benjamin Netanyahu de Europese Joden op om naar Israël te emigreren na de aanslagen opCharlie Hebdo en de koosjere supermarkt. 'Een dieptepunt', noemt Grossman Netanyahu's oproep. 'Hij drijft hiermee een wig tussen Frankrijk en zijn Joodse bevolking. Daarmee wordt het voor niemand veiliger.' Ook in België en Nederland groeit het gevoel van onveiligheid, juist onder jonge Joden. Begrijpelijk, maar onterecht, vindt Grossman. 'Israël is onveiliger dan Europa', benadrukt hij.
De schrijver maakt zich boos over de onverschilligheid van het Westen, zo kort na de massale solidariteitsmars in Parijs. 'Duizenden mensen worden in Nigeria vermoord door Boko Haram en niemand in Europa demonstreert. En wat te zeggen van de oorlog in Syrië? Een hele generatie wordt afgeslacht, en het kan niemand wat schelen. Wat in Nigeria en Syrië gebeurt, zal in Brussel, Amsterdam en Parijs zijn beslag krijgen. Er is echt een draai nodig om te begrijpen dat de wereld multicultureel, multireligieus en multiraciaal is, en dat er meer tolerantie en minder provocatie nodig is. We moeten begrijpen dat mensen pijn kunnen lijden, ook als we ze haten. We zijn niet voorbereid op die nieuwe realiteit. We moeten leren.'
Sommigen spreken nu over 'oorlog in Europa'. Is dat zinvol?
'Het is duidelijk dat er gevaar is: er zal meer islamitisch terrorisme in Europa komen en men is niet voorbereid op de escalatie. De terroristen hebben nu alle aandacht en zullen dat vuurtje blijven opstoken. Tegelijk is het een val: als wij het oorlog noemen, gaat de ander zich ook gedragen alsof het oorlog is.'
'Er zijn moslims die de zaak over willen nemen, die tegen de Europese vrijheid zijn, en dat wordt gevoeld als een verstoring van de regel hoe een gast in je huis zich heeft te gedragen. Maar bedenk dat de moslimgemeenschap onzeker is en vecht voor erkenning en een plek in de samenleving. Er zal aandacht moeten komen voor wat eronder ligt, het gebrek aan integratie, de slechte economische en sociale omstandigheden.'
Bent u pessimistischer geworden over de situatie in Israël?
'Mijn kleindochter is tweeëneenhalf, woont in een kibboets en heeft daar al twee oorlogen meegemaakt. Gaza is verwoest. Israël is nog escapistischer en wanhopiger geworden, nog militanter en meer gepolariseerd. Maar er is voorzichtige hoop. De Arbeidspartij heeft in de verkiezingspolls een voorsprong op de Likoedpartij en is uit op vrede. Het einde van Netanyahu lijkt in zicht. Er zijn nog altijd meer redenen om pessimistisch te zijn, maar ik kan me de luxe van wanhoop niet permitteren.'
'Het is nu geen oorlog meer tussen Israël en de Arabische wereld, maar tussen de soennieten en sjiieten. Syrië en Irak vormen geen bedreiging, die zijn in oorlog. Egypte en Jordanië staan aan onze kant, Saudi-Arabië is tegen de sjiieten. Een slimme nieuwe Israëlische premier zou goede kansen zien, nu de kaarten zo anders geschud zijn, om een overeenkomst met de Palestijnen te sluiten die gesteund wordt door die landen. Dit is onze kans!'
Grossman ziet geen heil in een eenstaatoplossing voor Israëlieten en Palestijnen, zoals zijn jongere collega Nir Baram bepleit. Hij blijft voorstander van een tweestatenmodel en betoogt dat mensen die elkaar al zo lang haten getraumatiseerd zijn en tijd nodig hebben om hun identiteit weer op te bouwen. Met grenzen, maar wel met poorten waardoor mensen en ideeën kunnen pendelen. 'Geen muur!', benadrukt hij.
'Als over honderd jaar de Joden en Palestijnen elkaar vertrouwen en samen kunnen werken, dan zijn we ergens. Maar alle ingrediënten van de ziekte bijeenroeren, daar komt geen goede soep van. Het is ook onbestaand dat Israël de sleutel tot de veiligheidsdiensten, de luchtmacht zal delen. De Palestijnen zouden in zo'n tweenationaliteitenstaat nog meer bespioneerd en onderdrukt worden.'
Hoewel hij reden genoeg zou hebben, weigert Grossman verbitterd te worden. In augustus 2006 werd zijn jongste zoon Uri enkele uren voor de wapenstilstand met Libanon gedood bij een raketaanval op zijn tank. Sinds de dood van Uri is rouw een essentieel onderdeel van Grossmans boeken geworden.
Uit de tijd vallen begint met een vijf jaar durende stilte tussen een man en een vrouw nadat ze horen dat hun zoon is gesneuveld. Grossman zei daarover in 2012 dat de eerste reactie op een zo groot verdriet als het verliezen van een kind is: sprakeloosheid. 'Mijn eerste reactie was fysiek: een gat in de grond graven en daarin gaan liggen, of rennen totdat ik erbij neerviel. Maar als mens móet je je uitdrukken, heb je woorden nodig.' Hij wilde zelf nieuwe woorden vinden voor wat hem overkomen was. 'Daar ben ik schrijver voor. Ik zei tegen mijn vrouw: als ik gedoemd ben op dit strafeiland te verblijven, waar ik zoveel nieuwe dimensies van het bestaan heb leren kennen, dan moet ik er de plattegrond van maken.'
Voelt u zich na ruim acht jaar nog steeds een gevangene van uw rouw?
'Een catastrofe zoals die ons overkomen is kan je gevangen houden. Het bepaalt dan alles in je leven: hoe je denkt, hoe je je verhoudt tot anderen. Soms is het verleidelijk in die catastrofe te blijven hangen en al het andere in het leven als illusie te beschouwen. Natuurlijk, uiteindelijk gaat iedereen dood. Maar er zijn zoveel andere dingen in het leven. Ik weiger om alleen door de catastrofe in mijn leven gedefinieerd te worden. Het verlies kleurt mijn leven. Maar ik sta erop de vrijheid te hebben om mijzelf te definiëren. Het schrijven van het boek was een manier om te zeggen: ik word niet gedefinieerd door jou; ik definieer jou.'
Verlies van een dierbare, rouw, gaat vaak gepaard met de vraag 'Wie ben ik nog?'.
'Niets is meer zeker. Je kunt de wereld om je heen niet meer ontcijferen. Een werkelijkheid waarin de zoon vóór zijn vader sterft, is onbegrijpelijk. Meteen na de zevendaagse rouwperiode die gebruikelijk is in het jodendom ben ik gaan schrijven. Daar vond ik een thuis. Schrijven was een vorm om mijn identiteit terug te vorderen.'
In de zaal naast de ruimte waar ik Grossman interview klinkt luid gelach op. 'Ha', onderbreekt hij zijn eigen relaas. 'Een komisch intermezzo. Dat hebben we nodig!' Zijn nieuwe roman die in april in het Nederlands wordt gepubliceerd, heetKomt een paard de kroeg binnen. Het vertelt het verhaal van Dovele, een oudere stand-upcomedian, broodmager en met bril, die in een achterafzaaltje in de provincie optreedt en het publiek bestookt met beschimpingen en grappen als 'Als ik een paard was, hadden ze allang lijm van me gemaakt, niet?' Als ik hem vraag of dit galgenhumor is, moet Grossman lachen om de betekenis van het Nederlandse woord.
'In al mijn boeken zit gevoel voor humor, zelfs in mijn boek over de Shoah,Zie: Liefde. Humor is vrijheid. Het is de flexibiliteit van de geest. Je ziet een gegeven situatie en kijkt er vanaf een onverwachte kant naar. Om het volledige leven te beschrijven is er altijd een humoristische laag of commentaar nodig. In dit boek stikt het van de grappen. Zo probeert Dovele zijn publiek om te kopen zodat ze luisteren naar het serieuze gedeelte van zijn verhaal dat hij zo wanhopig wil vertellen.'
'Ik hoop dat de grappen leuk zijn! In Israël en ook in Italië waar het boek uit is, vinden de lezers ze leuk. Mensen sturen mij nieuwe grappen op voor als het boek herdrukt wordt. Ik was nooit goed in grappen onthouden; nu ken ik er wel twintig uit het hoofd. Maar ik ken heel geestige mensen die toch geen grap kunnen vertellen.'
Humor en religie gaan niet vaak samen, hebben we weer gezien.
'Fanatici hebben vaak weinig gevoel voor humor. Maar ik heb veel lezers onder de religieuze kolonisten, en die accepteren het. De kolonisten worden vaak gedemoniseerd, maar het zijn mensen, gecompliceerd, interessant, met humor. En heel goede lezers. Trouwens, heilige teksten zijn niet humoristisch, maar het commentaar erop vaak wel. Ik bestudeer iedere week met een groepje Bijbelteksten, en we ontdekten net toch iets grappigs en gewaagds! Adam is geschapen buiten het paradijs, in de woesternij, maar Eva, de vrouw, werd geschapen uit Adams rib in het paradijs. Als God aan Adam alle dieren laat zien om ze een naam te geven, gebruikt hij hetzelfde Hebreeuwse woord als voor "vrouwelijk maken". In het commentaar staat dat Adam de liefde bedreef met alle dieren in het paradijs! Stel je voor wat een vrije geest dat geweest moet zijn, om dat te durven schrijven.'
Hoe provocatief is Dovele in zijn grappen?
'Dovele beledigt zijn publiek en zij vinden het heerlijk. Hij vindt in zijn vulgariteit een gemeenschappelijke code met zijn toehoorders. Israëlische humor is gewelddadig! Of dat ook in vertaling werkt? Iedere cultuur heeft een eigen gevoel voor humor. In Italië werkt het in ieder geval. Maar het is ook exotisch om te lezen wat die andere cultuur aan het lachen maakt.'
Overschrijdt Dovele de grens van wat acceptabel is?
'Ja, af en toe. Hij is totaal politiek incorrect en durft vanalles te zeggen over de kolonisten, over linkse mensen, over de dood zelf. Maar achter dat vuurwerk van hem zit zijn echte verhaal verborgen. Een heel tragisch verhaal over een kind dat moeten kiezen tussen de dood van zijn vader en van zijn moeder.'
Na afloop van het interview vraag ik hem of hij de Mohammed-cartoon vanCharlie Hebdo zou hebben gepubliceerd als hij hoofdredacteur was geweest. 'Nee. Maar ik verdedig wel ten stelligste het recht om die te publiceren.'
Maria Vlaar ■
Verberg tekst